gast00001 schreef:Ik ben bezig met het instuderen van de theorie.
Ik heb volgende figuren ivm parkeren tegengekomen en zit nu met enkele vragen die ik niet kon oplossen.
De foto’s zijn vrij klein en misschien zie ik hier of daar een detail over het hoofd, maar ik doe een poging:
gast00001 schreef:Stel, je wil iets drinken in deze brasserie.
1)Mag je hier zomaar parkeren? (er staan geen verkeersborden)
Ja.
gast00001 schreef:2)En als je nu bewoner bent, van dat huis, mag je er dan wel parkeren of verandert dit niets aan de zaak?
Dat verandert niets aan de zaak.
gast00001 schreef:3) Wie staat hier fout geparkeerd?
Mijn redenering; de zwarte staat voor een garage(carport)oprit, dus fout.
Die eerste staat te dicht tegen een drempel (de minimumafstand was drie meter, maar dit was enkel voor plaatsen waar voetgangers oversteken. Ik weet niet of je daar een drempel onder moet rekenen? Ik denk dat enkel de tweede juist geparkeerd staat (of zie ik iets over het hoofd?)
De zwarte staat inderdaad voor een inrit, en mag daar dus niet parkeren.
Er is geen minimumafstand bepaald tegenover een verhoogde inrichting.
Ik zie geen kruispunt, dus ga ik ervan uit dat het er ook niet is…
Ik zie geen verkeersborden, dus moet daar ook geen rekening mee gehouden worden.
Overigens: de afstand ten opzichte van een oversteekplaats voor voetgangers is geen 3 meter maar wel 5 meter.
Artikel 24
Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te laten parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid :
4° op de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder dan 5 meter voor deze oversteekplaatsen;
gast00001 schreef:Deze auto staat geparkeerd op de gelijkgrondse middenberm binnen de bebouwde kom. Er staan geen verkeersborden.
4)Mag dit zomaar?
Een voertuig mag binnen de bebouwde kom op de gelijkgrondse berm geparkeerd worden.
Je moet wel voldoen aan onderstaande voorwaarden:
23.1. Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld :
1° Rechts ten opzichte van zijn rijrichting
Indien het een rijbaan is met éénrichtingsverkeer, mag het evenwel langs de ene of langs de andere kant opgesteld worden.
2° Buiten de rijbaan op de gelijkgrondse berm of, buiten de bebouwde kommen, op eender welke berm.
