Heb ik gedaan hoor, maar ik kan er nog altijd niet aan uit.
Heel dat hoofdstuk is vrij verwarrend qua afstanden, ik heb maar 2-3x juist geantwoord bij proefvragen. Ik ben ook anderstalig btw.
WANNEER MOETEN DE LICHTEN TIJDENS HET RIJDEN VERPLICHT GEBRUIKT WORDEN?
De lichten moeten verplicht gebruikt worden tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag.
Overdag, wanneer de zichtbaarheid omwille van regen, hagel, sneeuw... niet verder is dan 200 meter.
Tweewielige motorfietsen en bromfietsen moeten overdag en 's nachts het dimlicht en het rode achterlicht gebruiken
3. MISTLICHTEN:
Bij mist: (Tip examen) wanneer de zichtbaarheid minder dan 100 meter is
Bij sneeuwval: (Tip examen) wanneer de zichtbaarheid minder dan 100 meter is.
Bij hevige regen: (Tip examen) altijd.
Neen, je maakt geen onderscheid tussen dimlichten en mistlichten. Ik neem aan dat je ondertussen al weet waar welke lichten voor staan? Dimlichten zijn de lichten waar je normaal zou mee rijden, mistlichten niet.
En voor de wagens die het hebben, ook de voormistlichten. Het staat duidelijk boven het onderdeel dat het vanaf daar over mistlichten ging. Je moet proberen om alles duidelijk te lezen. Neem vooral je tijd voor de leerstof, je zal er later geen spijt van hebben.
Rafael schreef:En voor de wagens die het hebben, ook de voormistlichten. Het staat duidelijk boven het onderdeel dat het vanaf daar over mistlichten ging. Je moet proberen om alles duidelijk te lezen. Neem vooral je tijd voor de leerstof, je zal er later geen spijt van hebben.
Ik heb die hoofdstuk al een paar keer gelezen, ben inmiddels al een paar weken aan het studeren, maar soms verwar ik mijzelf of zijn bepaalde dingen niet zo duidelijk.
Maar het is ook heel simpel. Zien en gezien worden.
Vrij vertaald:
's Nachts rij je met de dimlichten (gewone lichten: 2 witte vooraan en 2 rode achteraan)
en als het zicht minder is dan 200 meter, bv. in een tunnel, valavond en aanbreken van de dag, moet je ook de dimlichten (gewone lichten) aanzetten.
Andere bestuurders kunnen je dan beter zien.
Als er mist is, of gelijkaardige toestand (sneeuwval, felle regen), rij je met de dimlichtenen de mistlicht(en).
Mistlichten voorraan is niet verplicht. Mistlicht(en) achteraan is wel verplicht (minstens 1 mistlicht).
Door het mistlicht achteraan is je auto extra verlicht zodat bestuurders achter jou, jouw auto beter kunnen zien in bar slechte weersomstandigheden als het zicht minder wordt dan 100 meter zoals mist, sneeuwval en felle regen.
's nachts > dimlichten
zicht -200 m> ook dimlichten
zicht -100 m > dimlichten plus mistlichten (bij mist, sneeuval, felle regen)
Verder zie de theoriepagina's:
Grootlichten mag slechts in bepaalde omstandigheden waarbij je niemand kunt verblinden.
Standlichten dienen voor als je ergens in een donkere straat wil stilstaan of parkeren.