Even een vraagje
Verkeersbord B1 zegt dat ik moet voorrang geven en indien nodig stoppen.
Maar moet ik ook voorrang geven aan voetgangers?
Ik dacht dat je altijd voorrang aan voetgangers moest geven. Is dit niet zo?
Groetjes
Voorrang geven aan voetgangers?
-
Jozef
- Medewerker
- Berichten: 3992
- Lid geworden op: 28 mar 2005, 12:02
- Locatie: Schönau am Königssee (D)
Beste,
De verkeersborden in verband met de voorrang, zoals het verkeersbord B1 (omgekeerde driehoek), gelden enkel voor bestuurders onder elkaar, niet voor voetgangers en daarmee gelijkgestelde weggebruikers.
Het is helaas een wijd verbreid fabeltje dat voetgangers altijd voorrang zouden hebben, en dat al tot heel wat ongevallen geleid heeft. Niets is minder waar. In de praktijk doe je er, als bestuurder met een defensief rijgedrag om ongevallen te vermijden, evenwel goed aan er rekening mee te houden dat vele voetgangers dat fabeltje geloven.
Als zogenaamde "zwakke" weggebruiker zal een voetganger die door een voertuig aangereden wordt, zijn lichamelijke schade van de tegenpartij vergoed krijgen, ook als hij aansprakelijk gesteld wordt voor het ongeval. Er is één uitzondering: de voetganger zal zelfs zijn lichamelijke schade niet vergoed krijgen als hij een zogenaamde onverschoonbare fout begaan heeft. Een voetganger die bijvoorbeeld een weg met druk verkeer oversteekt en daarbij een rood verkeerslicht voor voetgangers negeert, begaat een onverschoonbare fout. Een onverschoonbare fout kan evenwel niet ingeroepen worden tegen een voetganger die nog geen 14 jaar oud is.
Voor de rest wordt de aansprakelijkheid bij een ongeval met een voetganger bepaald zoals bij ieder ander verkeersongeval: er wordt nagegaan wie een overtreding begaan heeft die een rechtstreeks oorzakelijk verband met het ongeval heeft.
Een voetganger kan dus geheel of gedeeltelijk aansprakelijk gesteld worden bij een aanrijding door een voertuig. In dat geval zal hij, behoudens onverschoonbare fout, wel zijn lichamelijke schade vergoed krijgen, doch niet zijn stoffelijke schade (bril kapot, overjas gescheurd, boodschappentas beschadigd, enz.). Wel zal hij, in de mate dat hij voor het ongeval aansprakelijk gesteld wordt, de schade van de tegenpartij moeten vergoeden. Die zou wel eens hoog kunnen oplopen, als een bestuurder bijvoorbeeld tegen een paal terechtkomt in een poging om de voetganger te ontwijken. De voetganger heeft er dan alle belang bij gedekt te zijn door een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid gezin (de zogenaamde "familiale" verzekering), welke evenwel geen verplichte verzekering is.
Rechters hebben al meer dan velen lief is voetgangers aansprakelijk gesteld voor een ongeval en ook een onverschoonbare fout ten laste gelegd.
Op plaatsen waar het verkeer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of verkeerslichten, moet je als bestuurder voorrang verlenen aan een voetganger die nabij een kruispunt een weg oversteekt welke jij wil inslaan, en aan een voetganger die zich op een oversteekplaats voor voetgangers bevindt of op het punt staat zich erop te begeven. Ook moet je voorrang geven aan voetgangers in een erf, een woonerf, een speelstraat en een voetgangerszone.
Fietsers zijn "zwakke" weggebruikers, maar hebben al rijdend geen voorrang op een oversteekplaats voor voetgangers. Slechts als ze afgestapt zijn en hun fiets aan de hand leiden, hebben ze dezelfde rechten als voetgangers. Vele fietsers houden hier echter geen rekening mee!
Als een voetganger voorrang moet verlenen aan een bestuurder en de voetganger dat niet doet, kan de bestuurder daarvoor niet aansprakelijk gesteld worden. Hij kan echter wel gedeeltelijk of geheel aansprakelijk gesteld worden op basis van art.7, waarvan ik hierna de terzake doende passages aanhaal:
De mate waarin je rekening moet houden met voetgangers, hangt af van de aard van de weg. Op een autosnelweg word je niet verondersteld te kunnen stoppen voor een voetganger die plots oversteekt (doch wees uiterst voorzichtig als er een ongeval gebeurd is). In de bebouwde kom daarentegen, en zeker in een zone 30, dien je zeker rekening te houden met voetgangers die er zich niet aan de regels houden. Een verhoogde waakzaamheid is ook geboden in een zogenaamde "straat". Dat is een recent begrip in het verkeersreglement:
Ofwel jaag je dat menske de stuipen op het lijf door slechts op het laatste nippertje luid toeterend bruusk te remmen, scheld je haar uit en steek je een middenvinger omhoog. Het menske haar dag is om zeep, en jij davert nog van de zenuwen als je op je werk of thuis aankomt.
Ofwel vertraag je tijdig om het menske gerust te stellen, en stap je eventueel uit om haar veilig de rijbaan over te helpen. Het menske haar dag is goed: ze gaat haar overbuurvrouw vertellen wat voor een vriendelijke mijnheer ze wel niet ontmoet heeft. En jij hebt de voldoening dat je haar geholpen hebt.
Laten we samen elkaars dierbaren niet in gevaar brengen op de weg, ook als ze fouten maken.
De verkeersborden in verband met de voorrang, zoals het verkeersbord B1 (omgekeerde driehoek), gelden enkel voor bestuurders onder elkaar, niet voor voetgangers en daarmee gelijkgestelde weggebruikers.
Het is helaas een wijd verbreid fabeltje dat voetgangers altijd voorrang zouden hebben, en dat al tot heel wat ongevallen geleid heeft. Niets is minder waar. In de praktijk doe je er, als bestuurder met een defensief rijgedrag om ongevallen te vermijden, evenwel goed aan er rekening mee te houden dat vele voetgangers dat fabeltje geloven.
Als zogenaamde "zwakke" weggebruiker zal een voetganger die door een voertuig aangereden wordt, zijn lichamelijke schade van de tegenpartij vergoed krijgen, ook als hij aansprakelijk gesteld wordt voor het ongeval. Er is één uitzondering: de voetganger zal zelfs zijn lichamelijke schade niet vergoed krijgen als hij een zogenaamde onverschoonbare fout begaan heeft. Een voetganger die bijvoorbeeld een weg met druk verkeer oversteekt en daarbij een rood verkeerslicht voor voetgangers negeert, begaat een onverschoonbare fout. Een onverschoonbare fout kan evenwel niet ingeroepen worden tegen een voetganger die nog geen 14 jaar oud is.
Voor de rest wordt de aansprakelijkheid bij een ongeval met een voetganger bepaald zoals bij ieder ander verkeersongeval: er wordt nagegaan wie een overtreding begaan heeft die een rechtstreeks oorzakelijk verband met het ongeval heeft.
Een voetganger kan dus geheel of gedeeltelijk aansprakelijk gesteld worden bij een aanrijding door een voertuig. In dat geval zal hij, behoudens onverschoonbare fout, wel zijn lichamelijke schade vergoed krijgen, doch niet zijn stoffelijke schade (bril kapot, overjas gescheurd, boodschappentas beschadigd, enz.). Wel zal hij, in de mate dat hij voor het ongeval aansprakelijk gesteld wordt, de schade van de tegenpartij moeten vergoeden. Die zou wel eens hoog kunnen oplopen, als een bestuurder bijvoorbeeld tegen een paal terechtkomt in een poging om de voetganger te ontwijken. De voetganger heeft er dan alle belang bij gedekt te zijn door een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid gezin (de zogenaamde "familiale" verzekering), welke evenwel geen verplichte verzekering is.
Rechters hebben al meer dan velen lief is voetgangers aansprakelijk gesteld voor een ongeval en ook een onverschoonbare fout ten laste gelegd.
Op plaatsen waar het verkeer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of verkeerslichten, moet je als bestuurder voorrang verlenen aan een voetganger die nabij een kruispunt een weg oversteekt welke jij wil inslaan, en aan een voetganger die zich op een oversteekplaats voor voetgangers bevindt of op het punt staat zich erop te begeven. Ook moet je voorrang geven aan voetgangers in een erf, een woonerf, een speelstraat en een voetgangerszone.
Fietsers zijn "zwakke" weggebruikers, maar hebben al rijdend geen voorrang op een oversteekplaats voor voetgangers. Slechts als ze afgestapt zijn en hun fiets aan de hand leiden, hebben ze dezelfde rechten als voetgangers. Vele fietsers houden hier echter geen rekening mee!
Als een voetganger voorrang moet verlenen aan een bestuurder en de voetganger dat niet doet, kan de bestuurder daarvoor niet aansprakelijk gesteld worden. Hij kan echter wel gedeeltelijk of geheel aansprakelijk gesteld worden op basis van art.7, waarvan ik hierna de terzake doende passages aanhaal:
Merk op dat deze laatste zin zowel geldt voor de voetgangers als voor de bestuurders. Dit is de kern van de wijzigingen die aan het verkeersreglement werden aangebracht in het raam van de straatcode. Art. 7 is sindsdien zowat het belangrijkste artikel uit het verkeersreglement. Het legt er de nadruk op dat we in het verkeer op een sociale manier met elkaar moeten omgaan, en er elkaar hoe dan ook niet mogen hinderen of in gevaar brengen.Quote:
Onverminderd de naleving van de bepalingen in dit reglement mag de bestuurder kwetsbaardere verkeersdeelnemers niet in gevaar brengen, met name wanneer het gaat om fietsers en voetgangers, inzonderheid wanneer het kinderen, bejaarden of personen met een handicap betreft.
Hieruit volgt dat, onverminderd de artikelen 40.2 en 40ter, tweede lid, elke bestuurder dubbel voorzichtig moet zijn bij aanwezigheid van dergelijke kwetsbaardere weggebruikers, of wanneer hun aanwezigheid op de openbare weg kan voorzien worden, in het bijzonder op een openbare weg zoals gedefinieerd in artikel 2.38.
De weggebruikers moeten zich zo gedragen op de openbare weg dat ze geen hinder of gevaar veroorzaken voor de andere weggebruikers, ...
De mate waarin je rekening moet houden met voetgangers, hangt af van de aard van de weg. Op een autosnelweg word je niet verondersteld te kunnen stoppen voor een voetganger die plots oversteekt (doch wees uiterst voorzichtig als er een ongeval gebeurd is). In de bebouwde kom daarentegen, en zeker in een zone 30, dien je zeker rekening te houden met voetgangers die er zich niet aan de regels houden. Een verhoogde waakzaamheid is ook geboden in een zogenaamde "straat". Dat is een recent begrip in het verkeersreglement:
Tot slot zou ik graag nog een woordje besteden aan hoffelijk gedrag in het verkeer. Stel dat een oud eenzaam vrouwtje, dat niet goed meer te been is en niet goed meer meekan met het drukke verkeer, de rijbaan oversteekt op een plaats waar er geen oversteekplaats voor voetgangers is, om met haar overbuurvrouw een praatje te gaan slaan. Je komt er aangereden met de auto en moet vertragen om dat menske niet overhoop te rijden. Je kunt dan twee dingen doen.Quote: Straat: een openbare weg in een bebouwde kom die geheel of gedeeltelijk omgeven is met bebouwing en met toegangen tot activiteiten langs de weg en die gekenmerkt is door het gedeeld gebruik van de ruimte door verschillende soorten weggebruikers. De wegen die gelegen zijn in een zone 30, ofwel in een woonerf of erf, zijn straten.
Ofwel jaag je dat menske de stuipen op het lijf door slechts op het laatste nippertje luid toeterend bruusk te remmen, scheld je haar uit en steek je een middenvinger omhoog. Het menske haar dag is om zeep, en jij davert nog van de zenuwen als je op je werk of thuis aankomt.
Ofwel vertraag je tijdig om het menske gerust te stellen, en stap je eventueel uit om haar veilig de rijbaan over te helpen. Het menske haar dag is goed: ze gaat haar overbuurvrouw vertellen wat voor een vriendelijke mijnheer ze wel niet ontmoet heeft. En jij hebt de voldoening dat je haar geholpen hebt.
Laten we samen elkaars dierbaren niet in gevaar brengen op de weg, ook als ze fouten maken.