Aan de busstrook is een halteplaats.
Er stopt een bus (A) en daarachter stopt nog een bus (B).
Bus A moet veel passagiers laten instappen en staat daar tamelijk lang.
Bus B moet slechts 1 passagier laten uitstappen en wil opnieuw vertrekken.
Om te kunnen vertrekken moet bus B uit de busstrook komen om voorbij bus A te geraken.
Bus B zet de linkerrichtingaanwijzers aan (binnen de bebouwde kom) en wil vertrekken.
Er komen nog auto's aangereden.
Wie moet voorrang verlenen?
Bus B of de auto?
Artikel 39: Gedrag tegenover autobussen en trolleybussen die hun halteplaatsen verlaten
Binnen de bebouwde kommen moet elke bestuurder die dezelfde richting volgt als een autobus of een trolleybus, die autobus- of trolleybusbestuurder gelegenheid laten zijn halteplaats te verlaten wanneer hij met de richtingsaanwijzers zijn voornemen kenbaar heeft gemaakt zijn voertuig opnieuw in beweging te brengen. Daartoe moet hij vertragen en, zo nodig, stoppen.
In dat geval en in afwijking van de bepalingen van artikel 12.4., moeten de autobus- en de trolleybusbestuurders geen voorrang verlenen aan de andere bestuurders die dezelfde richting volgen.
12.4. De bestuurder die een maneuver wil uitvoeren, moet voorrang verlenen aan de andere weggebruikers.
Worden inzonderheid als manoeuvres beschouwd : van rijstrook of van file veranderen, de rijbaan oversteken, een parkeerplaats verlaten of oprijden, uit een aanpalende eigendom komen, keren of achteruitrijden.
Wordt niet als manoeuvre beschouwd : zich op het einde van een fietspad op de rijbaan begeven om rechtdoor te rijden.
TITEL III: Verkeerstekens
HOOFDSTUK III: Wegmarkeringen
Artikel 72: Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden
72.5. Op een rijbaan met het verkeersbord F17, is de rijstrook die afgebakend is met brede onderbroken strepen en waarin het woord "BUS" is aangebracht, voorbehouden aan voertuigen van geregelde openbare diensten voor gemeenschappelijk vervoer en aan voertuigen bestemd voor het ophalen van leerlingen.
Het woord "BUS" en het verkeersbord F17 worden herhaald na ieder kruispunt.
De prioritaire voertuigen mogen in deze rijstrook rijden wanneer hun dringende opdracht het rechtvaardigt.
Taxi's mogen eveneens deze strook volgen.
De voertuigen bestemd voor het woon-werkverkeer die gesignaleerd zijn door het bord hierna afgebeeld en behorend tot de categorieën M2 en M3, bedoeld in het technisch reglement van de auto's, mogen deze rijstrook volgen wanneer het verkeersbord F17 aangevuld is met een gelijksoortig symbool. In dat geval mag het symbool eveneens op de rijstrook aangebracht worden.
Dit bord op het voertuig heeft een zijde van ten minste 0,40 m; de achtergrond ervan moet van retro-reflecterende producten voorzien zijn.
Dit bord moet goed zichtbaar op het linkergedeelte vooraan en achteraan op het voertuig aangebracht zijn; het moet verwijderd of afgedekt worden wanneer het voertuig niet gebruikt wordt voor woon-werkverkeer.
Wanneer de fietsers deze rijstrook mogen volgen, wordt het verkeersbord F17 aangevuld met het symbool van een fiets. In dit geval mag het symbool van de fiets aangebracht worden op de rijstrook.
De andere voertuigen mogen hierin slechts rijden om van richting te veranderen.
F17