Heb zo op het examen ook aan wat vragen getwijfeld, maar mijzelf voorgehouden 'niet TE ver nadenken!'

Het heeft geholpen, had 50/50 .

Dank voor jullie hulp!

Denk ik te ver na over dit soort vragen?

Je neemt me de woorden uit de mond,

Het is vandaag 5 april.
Voorbij dit bord mag je ...

A/ ... parkeren.
B/ ... niet parkeren op de rijbaan en de berm.
C/ ... niet parkeren op de rijbaan, maar wel op de berm.

Theoretisch mag je op de berm parkeren, indien er een berm is.
Op de foto zie je geen berm, maar een trottoir.
En op het trottoir mag je niet rijden, stilstaan noch parkeren (maar daar gaat deze vraag niet over).

Louter theoretisch is het antwoord C
In de praktijk (of voortgaand op de foto) is er geen berm.

Op de afbeelding is een bord van beurtelings parkeren te zien, met een pijl die aangeeft dat het parkeerverbod vanaf hier telt. Ik begrijp dat dit bord slechts telt op de rijbaan, en niet op de berm, en dat daarom antwoord c juist zou zijn.

Maar op de foto is te zien dat de berm gebruikt zou moeten worden door voetgangers, want er is nergens een voetpad. Als je 1.5m vrij moet laten voor voetgangers, dan lijkt het mij onmogelijk om je auto op die berm te parkeren.

Denk ik te ver na over dit soort vragen? Of betekent het bord echt dat je WEL mag parkeren op de berm (dus geeft het een positieve boodschap, en niet enkel een negatieve over de rijbaan), ook al zou er geen 1.5m vrij meer zijn?

Alvast bedankt!