Stel, je nadert een oversteekplaats met een snelheid van 90 km/uur. Je ziet duidelijk dat niemand gebruik maakt van de oversteekplaats.
Er staat wel iemand te wachten om over te steken.
Plots begeeft die fietser zich toch op de oversteekplaats en even later BOEM.
Wat nu?
De bestuurder heeft de fietser geraaakt OP DE OVERSTEEKPLAATS.
Wat denk je dat de rechter zal zeggen?
Juist. Jij moet als bestuurder kunnen stoppen voor elke "hindernis", en zeker voor een fietser die zich op een oversteekplaats bevindt.
Quote: Hij mag een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen slechts met matige snelheid naderen teneinde de weggebruikers die er zich op bevinden, niet in gevaar te brengen en ze niet te hinderen wanneer zij het oversteken van de rijbaan met normale snelheid beëindigen. Zo nodig moet hij stoppen om ze te laten doorrijden.
Het is dus voldoende 'dat de fietser er zich op bevindt'. Deze regel gaat er niet meer van uit of de fietser er zich al of niet mocht op bevinden en of de fietser al of niet voorrang mocht nemen of moest geven.
Stel, je nadert een oversteekplaats met een snelheid van 90 km/uur. Je ziet duidelijk dat niemand gebruik maakt van de oversteekplaats.
Er staat wel iemand te wachten om over te steken.
Plots begeeft die fietser zich toch op de oversteekplaats en even later BOEM.
Wat nu?
De bestuurder heeft de fietser geraaakt OP DE OVERSTEEKPLAATS.
Wat denk je dat de rechter zal zeggen?
Juist. Jij moet als bestuurder kunnen stoppen voor elke "hindernis", en zeker voor een fietser die zich op een oversteekplaats bevindt.
[quote] Quote: Hij mag een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen slechts met matige snelheid naderen teneinde de weggebruikers die er zich op bevinden, niet in gevaar te brengen en ze niet te hinderen wanneer zij het oversteken van de rijbaan met normale snelheid beëindigen. Zo nodig moet hij stoppen om ze te laten doorrijden.
[/quote]
Het is dus voldoende 'dat de fietser er zich op bevindt'. Deze regel gaat er niet meer van uit of de fietser er zich al of niet mocht op bevinden en of de fietser al of niet voorrang mocht nemen of moest geven.