door Benny Stinkens » 28 apr 2009, 18:56
Dit heb ik terug gevonden bij goca (de mensen van goca staan in voor examens)
[quote]
Hoe verloopt het praktijkexamen?
Tijdens het praktijkexamen zal worden nagegaan of u werkelijk uw voertuig beheerst en of u het verkeersreglement in de praktijk toepast.
Het examen op privé-terrein
U voert op het privé-terrein acht basismanoeuvres uit.
Volgorde van de manoeuvres:
Voorzorgsmaatregelen bij het afstappen
Voorafgaande controles
Achterwaarts een U-draai maken
Slalom
In lussen rijden
Bocht - ontwijken - precisieremmen
Stapvoets rijden
Bocht - plots remmen
De manoeuvres "Voorzorgsmaatregelen, voorafgaande controles en U-Draai" worden uitgevoerd met stilgelegde motor.
De manoeuvres "Slalom, lussen, bocht-ontwijken-precisieremmen, stapvoets rijden en bocht-plots remmen" moeten in deze volgorde in een ononderbroken rit uitgevoerd worden.
Tijdens de uitvoering van de manoeuvres 4 tot en met 8 moet u steeds op uw zadel blijven zitten en de voet(en) niet aan de grond raken.
Wanneer de uitvoering van de manoeuvres als onvoldoende wordt beoordeeld, kunnen de MANOEUVRES tijdens een tweede poging herbegonnen worden.
Manoeuvres 1 & 2 - fase - 1 & 2
Voorzorgsmaatregelen bij het afstappen
Aan de kandidaat wordt gevraagd om, na het verkennen van het parcours, de motorfiets op te stellen in de juiste richting in het witte vak, de motor stil te leggen en af te stappen
Voorafgaande controles
motorfiets op de standaard plaatsen
De motorfiets op de zijsteun plaatsen kan gebeuren vanop de motorfiets of na afgestapt te zijn. De motorfiets mag op de centrale voetsteun geplaatst worden, maar dat gebeurt dan wel naast de motorfiets.
correct dragen van de uitrusting
De kandidaat moet uitgerust zijn met:
handschoenen
een vest met lange mouwen
een lange broek of overall
een gehomologeerde valhelm volgens de Europese normen
laarzen of bottines, die de enkels beschermen
De examinator zal eveneens nagaan of de uitrusting correct gedragen wordt.
bedieningsorganen en controle van de onderdelen
Voor de kandidaat bestaat dit onderdeel van het manoeuvre uit het kennen van de plaats en het gebruik van de verschillende bedieningsorganen van de motorfiets. Het is uiterst belangrijk dat de kandidaat alle bedieningsorganen van de motorfiets kan gebruiken. Naar een bedieningsorgaan zoeken, terwijl men rijdt, kan zeer gevaarlijk zijn. De kandidaat moet eveneens een aantal technische onderdelen aanduiden en op goede staat controleren en hij moet de betekenis van de controlelampjes en schakelaars op het dashboard kennen.
Manoeuvres 3, 4 & 5 - fase - 3, 4 & 5
Achterwaarts een U-draai maken
De kandidaat zal met zijn motorfiets al stappend achterwaarts een U-draai maken tot in het grijze vak.
Het doel is nagaan of de kandidaat:
de kijktechniek correct toepast
begrepen heeft wat de wielbasis van de motorfiets betekent
de massa van de motorfiets kan beheersen
een correcte techniek toepast
Slalom
Dit manoeuvre bestaat uit een slalom uitvoeren door een aslijn te volgen bestaande uit 5 kegels. De kandidaat moet zo dicht mogelijk langs deze kegels rijden en begint links van de eerste kegel. Het examen start met het voorste wiel in de aslijn van de eerste kegel op een afstand van twee meter
Het doel is nagaan of de kandidaat:
linksdraaiend kan starten
onmiddellijk zijn evenwicht kan vinden
de afmetingen van zijn motorfiets goed kent
over een goede kijktechniek beschikt
over voldoende evenwicht beschikt om zijn motorfiets bij een lage snelheid, in beweging te houden
de bedieningen vlot kan hanteren, d.w.z. koppeling, gas, stuur en achterrem correct kan gebruiken
In lussen rijden
Bij dit manoeuvre rijdt de kandidaat tweemaal in de vorm van een acht rond de twee centrale kegels, terwijl hij steeds binnen de buitenkegels en de lijnen blijft
Het doel is nagaan of de kandidaat:
gemakkelijk en met zekerheid kan keren op de openbare weg, zowel langs de linker- als langs de rechterzijde
de afmetingen van zijn motorfiets en vooral van zijn wielbasis goed kent
de manoeuvreerruimte kan inschatten
over een goede kijktechniek beschikt
de bedieningen vlot kan hanteren, namelijk koppeling, gas, stuur en achterrem correct kan gebruiken.
Manoeuvre 6- fase - 6, 7 & 8
Een bocht nemen met 30 km/u
Na het verlaten van de manoeuvreerruimte, waar in lussen werd gereden, en voor het begin van de halve cirkel zal de kandidaat naar een hogere versnelling schakelen, behalve bij automatische versnellingen, en een bocht nemen met een minimumsnelheid van 30 km/u
Het doel is nagaan of de kandidaat:
in staat is de bocht te nemen door ten minste de techniek van het tegensturen toe te passen
de kijktechniek correct toepast
correct op de motorfiets zit
Ontwijken van een hindernis
De kandidaat zal met een minimumsnelheid van 50 km/u, 45 km/u op een nat wegdek, een hindernis links ontwijken of rechts ontwijken op een terrein in spiegelbeeldopstelling.
Het doel is nagaan of de kandidaat:
in staat is een op korte afstand staande of opduikende hindernis te ontwijken
op zijn oorspronkelijk traject kan terugkomen
de goede kijktechniek toepast
plotseling kan tegensturen
niet remt tijdens het manoeuvre
zo nodig tijdig ontkoppelt
Precisieremmen
Na het ontwijken van de hindernis zal de kandidaat de motorfiets terug in rechte lijn plaatsen en met precisie remmen door het voorwiel te laten stoppen in de cirkel. Indien de motorfiets uitgerust is met een ABS-systeem, mag dit niet in werking treden. De wielen mogen niet blokkeren
Het doel is nagaan of de kandidaat:
de remkrachten correct doseert
het ABS-systeem niet in werking laat komen
de plaats waar hij wenst tot stilstand te komen, nauwkeurig kan bepalen
de motorfiets terug recht kan plaatsen na het manoeuvre “Ontwijken van een hindernisâ€
Dit heb ik terug gevonden bij goca (de mensen van goca staan in voor examens)
[quote]
Hoe verloopt het praktijkexamen?
Tijdens het praktijkexamen zal worden nagegaan of u werkelijk uw voertuig beheerst en of u het verkeersreglement in de praktijk toepast.
Het examen op privé-terrein
U voert op het privé-terrein acht basismanoeuvres uit.
Volgorde van de manoeuvres:
Voorzorgsmaatregelen bij het afstappen
Voorafgaande controles
Achterwaarts een U-draai maken
Slalom
In lussen rijden
Bocht - ontwijken - precisieremmen
Stapvoets rijden
Bocht - plots remmen
De manoeuvres "Voorzorgsmaatregelen, voorafgaande controles en U-Draai" worden uitgevoerd met stilgelegde motor.
De manoeuvres "Slalom, lussen, bocht-ontwijken-precisieremmen, stapvoets rijden en bocht-plots remmen" moeten in deze volgorde in een ononderbroken rit uitgevoerd worden.
Tijdens de uitvoering van de manoeuvres 4 tot en met 8 moet u steeds op uw zadel blijven zitten en de voet(en) niet aan de grond raken.
Wanneer de uitvoering van de manoeuvres als onvoldoende wordt beoordeeld, kunnen de MANOEUVRES tijdens een tweede poging herbegonnen worden.
Manoeuvres 1 & 2 - fase - 1 & 2
Voorzorgsmaatregelen bij het afstappen
Aan de kandidaat wordt gevraagd om, na het verkennen van het parcours, de motorfiets op te stellen in de juiste richting in het witte vak, de motor stil te leggen en af te stappen
Voorafgaande controles
motorfiets op de standaard plaatsen
De motorfiets op de zijsteun plaatsen kan gebeuren vanop de motorfiets of na afgestapt te zijn. De motorfiets mag op de centrale voetsteun geplaatst worden, maar dat gebeurt dan wel naast de motorfiets.
correct dragen van de uitrusting
De kandidaat moet uitgerust zijn met:
handschoenen
een vest met lange mouwen
een lange broek of overall
een gehomologeerde valhelm volgens de Europese normen
laarzen of bottines, die de enkels beschermen
De examinator zal eveneens nagaan of de uitrusting correct gedragen wordt.
bedieningsorganen en controle van de onderdelen
Voor de kandidaat bestaat dit onderdeel van het manoeuvre uit het kennen van de plaats en het gebruik van de verschillende bedieningsorganen van de motorfiets. Het is uiterst belangrijk dat de kandidaat alle bedieningsorganen van de motorfiets kan gebruiken. Naar een bedieningsorgaan zoeken, terwijl men rijdt, kan zeer gevaarlijk zijn. De kandidaat moet eveneens een aantal technische onderdelen aanduiden en op goede staat controleren en hij moet de betekenis van de controlelampjes en schakelaars op het dashboard kennen.
Manoeuvres 3, 4 & 5 - fase - 3, 4 & 5
Achterwaarts een U-draai maken
De kandidaat zal met zijn motorfiets al stappend achterwaarts een U-draai maken tot in het grijze vak.
Het doel is nagaan of de kandidaat:
de kijktechniek correct toepast
begrepen heeft wat de wielbasis van de motorfiets betekent
de massa van de motorfiets kan beheersen
een correcte techniek toepast
Slalom
Dit manoeuvre bestaat uit een slalom uitvoeren door een aslijn te volgen bestaande uit 5 kegels. De kandidaat moet zo dicht mogelijk langs deze kegels rijden en begint links van de eerste kegel. Het examen start met het voorste wiel in de aslijn van de eerste kegel op een afstand van twee meter
Het doel is nagaan of de kandidaat:
linksdraaiend kan starten
onmiddellijk zijn evenwicht kan vinden
de afmetingen van zijn motorfiets goed kent
over een goede kijktechniek beschikt
over voldoende evenwicht beschikt om zijn motorfiets bij een lage snelheid, in beweging te houden
de bedieningen vlot kan hanteren, d.w.z. koppeling, gas, stuur en achterrem correct kan gebruiken
In lussen rijden
Bij dit manoeuvre rijdt de kandidaat tweemaal in de vorm van een acht rond de twee centrale kegels, terwijl hij steeds binnen de buitenkegels en de lijnen blijft
Het doel is nagaan of de kandidaat:
gemakkelijk en met zekerheid kan keren op de openbare weg, zowel langs de linker- als langs de rechterzijde
de afmetingen van zijn motorfiets en vooral van zijn wielbasis goed kent
de manoeuvreerruimte kan inschatten
over een goede kijktechniek beschikt
de bedieningen vlot kan hanteren, namelijk koppeling, gas, stuur en achterrem correct kan gebruiken.
Manoeuvre 6- fase - 6, 7 & 8
Een bocht nemen met 30 km/u
Na het verlaten van de manoeuvreerruimte, waar in lussen werd gereden, en voor het begin van de halve cirkel zal de kandidaat naar een hogere versnelling schakelen, behalve bij automatische versnellingen, en een bocht nemen met een minimumsnelheid van 30 km/u
Het doel is nagaan of de kandidaat:
in staat is de bocht te nemen door ten minste de techniek van het tegensturen toe te passen
de kijktechniek correct toepast
correct op de motorfiets zit
Ontwijken van een hindernis
De kandidaat zal met een minimumsnelheid van 50 km/u, 45 km/u op een nat wegdek, een hindernis links ontwijken of rechts ontwijken op een terrein in spiegelbeeldopstelling.
Het doel is nagaan of de kandidaat:
in staat is een op korte afstand staande of opduikende hindernis te ontwijken
op zijn oorspronkelijk traject kan terugkomen
de goede kijktechniek toepast
plotseling kan tegensturen
niet remt tijdens het manoeuvre
zo nodig tijdig ontkoppelt
Precisieremmen
Na het ontwijken van de hindernis zal de kandidaat de motorfiets terug in rechte lijn plaatsen en met precisie remmen door het voorwiel te laten stoppen in de cirkel. Indien de motorfiets uitgerust is met een ABS-systeem, mag dit niet in werking treden. De wielen mogen niet blokkeren
Het doel is nagaan of de kandidaat:
de remkrachten correct doseert
het ABS-systeem niet in werking laat komen
de plaats waar hij wenst tot stilstand te komen, nauwkeurig kan bepalen
de motorfiets terug recht kan plaatsen na het manoeuvre “Ontwijken van een hindernisâ€