door Jozef » 13 jul 2005, 12:07
Een correcte berekening kun je onder meer uitvoeren op Snelheid, stopafstand en botssnelheid met het programmaatje dat ik daarvoor geschreven heb.
Ik zou daarbij nogmaals de aandacht willen vestigen op het feit dat de snelheid voornamelijk gedurende het laatste gedeelte van de remweg afgebouwd wordt (of niet als de remweg te kort is). Het kind dat we met een aanvankelijke snelheid van 50 km/h nog net niet aanrijden, rijden we al met een aanvankelijke snelheid van 60 km/h aan tegen 40 km/h. Vergeet dus het fabeltje dat slechts 10 km/h te snel rijden vrijwel geen verschil uitmaakt.
Omdat je die berekeningen niet gemakkelijk uit het hoofd kunt uitvoeren, geeft men in handboeken vuistregels op, zoals de 2-secondenregel of de snelheid gedeeld door 10 in het kwadraat. De resultaten zijn slechts benaderend, maar deze regels zijn onderweg wel gemakkelijker toe te passen.
Naarmate zijn rijervaring toeneemt, zal een goede bestuurder uiteindelijk ook deze regeltjes niet meer gebruiken. Stel je voor dat je in een noodsituatie de afstand moet schatten, de berekening maken, en dan pas beslissen wat je gaat doen: ondertussen is het al lang tot een ongeval gekomen. Een goede bestuurder kan uiteindelijk op het zicht beslissen of hij voor een hindernis nog gaat kunnen stoppen of niet, en zo ja hoe sterk hij daarvoor moet remmen, zonder dat hij weet hoeveel meter nu die afstand die hij ziet wel bedraagt.
Ik zeg wel een goede bestuurder. Vele bestuurders houden evenwel geregeld véél te weinig afstand. Enige tijd geleden zag ik in een televisieprogramma een bestuurder die tegen 130 km/h op 3 Ã 4 meter achter zijn voorligger reed, en ervan overtuigd was dat dit ruim voldoende was. Dergelijke bestuurders moeten de vuistregels blijven hanteren om voldoende veiligheidsafstand te houden.
En nu een persoonlijke stelling: ga er nooit van uit dat in een noodsituatie je voorligger ook nog een zekere afstand nodig heeft om tot stilstand te komen. Bij een aanrijding met bijvoorbeeld een zwaardere en/of snellere tegenligger, een vrachtwagen die de rijbaan opgereden komt of omkantelt, zal je voorligger vrijwel onmiddellijk tot stilstand komen, en mogelijk zelfs nog achteruit geduwd worden. De helft van de snelheid (bijvoorbeeld 50 m afstand bij 100 km/h) is géén veilige afstand.
Bedenk bovendien dat het helemaal niet erg is als je bij een noodstop nog 5 meter over hebt, maar wel als je 5 meter te kort komt. Rijd nooit op het randje van de veiligheidsmarges, voeg er altijd een reserve aan toe. Een olievlek, wat zand of kiezelsteentjes op het wegdek, kunnen een ferme streep trekken door de mooiste berekeningen.
Heb je met een bumperklever te maken, vergroot dan nog je afstand tot je voorligger, zo nodig door langzaam je snelheid te verminderen. In die omstandigheden kan je in een noodsituatie immers niet sterk afremmen zonder aangereden te worden door de bumperklevende achterligger. Een aanrijding door een achterligger kan voor blijvende whiplashletsels zorgen.
Een correcte berekening kun je onder meer uitvoeren op Snelheid, stopafstand en botssnelheid met het programmaatje dat ik daarvoor geschreven heb.
Ik zou daarbij nogmaals de aandacht willen vestigen op het feit dat de snelheid voornamelijk gedurende het laatste gedeelte van de remweg afgebouwd wordt (of niet als de remweg te kort is). Het kind dat we met een aanvankelijke snelheid van 50 km/h nog net niet aanrijden, rijden we al met een aanvankelijke snelheid van 60 km/h aan tegen 40 km/h. Vergeet dus het fabeltje dat slechts 10 km/h te snel rijden vrijwel geen verschil uitmaakt.
Omdat je die berekeningen niet gemakkelijk uit het hoofd kunt uitvoeren, geeft men in handboeken vuistregels op, zoals de 2-secondenregel of de snelheid gedeeld door 10 in het kwadraat. De resultaten zijn slechts benaderend, maar deze regels zijn onderweg wel gemakkelijker toe te passen.
Naarmate zijn rijervaring toeneemt, zal een goede bestuurder uiteindelijk ook deze regeltjes niet meer gebruiken. Stel je voor dat je in een noodsituatie de afstand moet schatten, de berekening maken, en dan pas beslissen wat je gaat doen: ondertussen is het al lang tot een ongeval gekomen. Een goede bestuurder kan uiteindelijk op het zicht beslissen of hij voor een hindernis nog gaat kunnen stoppen of niet, en zo ja hoe sterk hij daarvoor moet remmen, zonder dat hij weet hoeveel meter nu die afstand die hij ziet wel bedraagt.
Ik zeg wel een goede bestuurder. Vele bestuurders houden evenwel geregeld véél te weinig afstand. Enige tijd geleden zag ik in een televisieprogramma een bestuurder die tegen 130 km/h op 3 Ã 4 meter achter zijn voorligger reed, en ervan overtuigd was dat dit ruim voldoende was. Dergelijke bestuurders moeten de vuistregels blijven hanteren om voldoende veiligheidsafstand te houden.
En nu een persoonlijke stelling: ga er nooit van uit dat in een noodsituatie je voorligger ook nog een zekere afstand nodig heeft om tot stilstand te komen. Bij een aanrijding met bijvoorbeeld een zwaardere en/of snellere tegenligger, een vrachtwagen die de rijbaan opgereden komt of omkantelt, zal je voorligger vrijwel onmiddellijk tot stilstand komen, en mogelijk zelfs nog achteruit geduwd worden. De helft van de snelheid (bijvoorbeeld 50 m afstand bij 100 km/h) is géén veilige afstand.
Bedenk bovendien dat het helemaal niet erg is als je bij een noodstop nog 5 meter over hebt, maar wel als je 5 meter te kort komt. Rijd nooit op het randje van de veiligheidsmarges, voeg er altijd een reserve aan toe. Een olievlek, wat zand of kiezelsteentjes op het wegdek, kunnen een ferme streep trekken door de mooiste berekeningen.
Heb je met een bumperklever te maken, vergroot dan nog je afstand tot je voorligger, zo nodig door langzaam je snelheid te verminderen. In die omstandigheden kan je in een noodsituatie immers niet sterk afremmen zonder aangereden te worden door de bumperklevende achterligger. Een aanrijding door een achterligger kan voor blijvende whiplashletsels zorgen.